Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dat [28]dan de [29]zonde niet [30]heerse in uw [31]sterfelijk lichaam, om haar [32]te gehoorzamen in de begeerlijkheden deszelven [lichaams]. 28. Dat is, dewijl gij wedergeboren zijt en verlost van de macht der zonde. 29. Dat is, de overblijfselen der verdorvenheid, die in ons tot onze oefening en vernedering overig zijn. 30. Dat is de overhand hebbe, namelijk over de kracht en bewegingen des Geestes in u. Zie hfdst.8 vs.13,14; Gal.5:16,17,18. 31. Dit wordt gezegd, niet omdat de kwade begeerlijkheden alleen in het lichaam zijn, of haar oorsprong alleen uit het lichaam en niet uit de ziel hebben; want dat strijdt tegen hetgeen Christus zegt Matth.15:18,19, en Paulus, Gal.5:19,20; maar omdat deze kwade begeerlijkheden zich in het lichaam meest openbaren en door het lichaam uitgevoerd worden. 32. Dat is, te volgen of te doen, waar de zonde ons door verscheidene begeerlijkheden toe verlokt Jak.1:14.